Jou mooie helderblauwe ogen kijken mij aan,
Je draait je om en loopt verder.
Eens keken die mooie ogen mij aan
Je pakte me vast... we zoenden.
Je kamde mijn haren teder met je vingers,
Terwijl ik jou donkere haren door de war maakte.
Je legt je hand op mijn schouder,
Je wilt er langs...
Eens legde jij je arm om mijn middel, gaf mij een zoen in mijn nek,
en liep toen pas verder.
zou het ooit nog zo mooi mogen zijn?
kijken die mooie ogen mij ooit nog eens vol bewondering aan?
Zullen die zachte handen mij ooit nog eens strelen?
Zal jou zachte mond mij ooit nog eens zoenen?
Ik mis jou en alles wat wij samen haden...
Waarom moest jij zonodig vrij zijn?