Ik heb, ik heb wat jij niet ziet
en het zit in mij verborgen.
Ik voel het steeds, ja dagelijks
en t kan veel ongemak bezorgen.
'T is eigenlijk niet te vangen
maar ik voel dat het aanwezig is
en mij steeds zit te stangen.
Meestal blijf ik er vrolijk bij,
want boos worden helpt niet,
dus kan ik beter zingend dor
dan met mijn verdriet.
Maar soms, soms vreet het aan me,
en 't is niet zozeer de pijn.
Maar 't eeuwig durend onbegrip,
dat krijgt me dan weer klein.
Die pijn bepaald mijn leven,
zet remmen en drempels uit,
maar daar kan ik nu met leven,
het is het onbegrip waar ik tegen stuit.
Het telkens moeten herhalen,
uitleggen waarom ik iets niet (meer) kan,
de vraagtekens in de ander z'n ogen,
zo van...wat heeft ze nu weer dan