Rond een kampvuur, denkt niemand aan,
de boom wiens leven is vergaan.
Een eeuw vol trouw,
en niemand toont berouw.
Ik zie de wereld, ver vooruit,
soort voor soort sterft hier uit.
Enkel de mens,
met hun ultieme wens,
was het maar anders gegaan.
Een planeet vol, pijn, en leed,
iets dat men nog lang niet deert.
Hoelang zal deze planeet nu nog bestaan?
Zal het leven eerst vergaan.
Het laatste bos, een oorlog breekt,
wie verkoopt het laatste hout,
van een ooit zo mooie streek.
Maar de dieren in het woud,
dat laat de mensen koud.
En plaats voor plaats,
kwijnt’t leven weg.
Voor hen is dat maar pech.
Dat deert ons niet,
die mensen hun verdriet
Zal er ooit iets aan verand’ren?
Zal het gevaar ooit verdwijnen?
Zal de aarde nooit wegkwijnen?
Zal de zon ooit terug schijnen?
Wat maakt het uit, met kernkracht,
een propere energie.
Slechts wat afval, die de planeet verkracht,
en een planeet vernielt.