Ik weet me geen houding meer te geven,
ik schaam me gewoon voor jou.
Er is zoveel wat ik je zou willen geven,
omdat ik zo waanzinnig veel van je hou.
Ik durf me niet meer te uiten,
het maakt me zo verlegen.
Maar ik wil me niet afsluiten,
uit alle macht verzet ik me er tegen.
Maar ik weet niet waar te beginnen,
ik weet het gewoon niet meer.
Ik kan er niet van winnen,
ook al probeer ik het keer op keer.
Voor mij ben je de ultieme droom,
eentje waar ik amper nog naar durf te kijken.
Zo tegenstrijdig is deze schroom,
want het liefste zou ik nooit meer van je zijde wijken.