Dromen wentelen in vuile handen,
een grote eenzaamheid uit het niets
steigert achter het volk.
De weinig woorden van duizend jaar beschaving
worden weggespoeld door regen en nog is regen.
De drank is in hem
het licht schittert op zijn roes,
het gras is groen,
blaffende jachthonden naderen
en ik droom van een nieuw begin.