Diep geworteld
zit mijn hartje te beven
het trilt van opwinding
loop wel honderdvijftig rondjes per minuut
maar niemand die het hoort
door de bekstenen haag
opgetrokken uit verwelkte rozen
waar enkel de scherpe doornen opvallen
Ook zij is doof
en hoort me niet
zenuwachtig ritselen vanuit mijn schuilplaats
waarin ik het besterf
van vol leven te zitten
door dit intense liefdesgevoel
alsof er iemand sterft,
het gaat niet weg, en het doet pijn
Is dit gevoel
sterk genoeg om mijn omheining te ontsluiten
en anders misschien met een merrie van Troje
verras me in mijn stenen huisje