Een meisje op de barkast,
een pint bier in haar hand,
dansen voor de jongens,
alleen zij staan aan haar kant.
Elke week opnieuw
staat ze daar dan weer,
voor elk beetje geld,
liefde krijgt ze toch niet meer.
Ze zijn er voor haar,
iedereen die daar staat,
niemand die beseft
dat straks iedereen haar achterlaat.
Misschien wel minderjarig,
maar wat niet weet, niet deert,
misschien over twee maand terug naar school,
al heeft ze daar niet veel geleerd.
Blijven lachen,
verberg je verdriet,
blijven zingen en dansen,
want tranen geven je dat geld echt niet.
Meisje kom er af,
laat het achter je bestaan,
Ach mensen laat me doen,
anders IK heb geen plaats meer om heen te gaan.