Klein meisje,
zoals je daar staat
verwarm je mijn leven,
maak je het meer waard;
Je kent niet de wereld,
geen zorgen en pijn,
och laat het zo blijven,
laat je gelukkig zijn;
Je lacht om de dingen,
in jouw ogen zo groot,
maar ze stellen niets voor
vergeleken met de dood;
Jouw mama kan vliegen,
en kijkt op je neer
zo omschrijf jij de leegte,
van je moeder weleer;
Je vraagt steeds: waar is ze,
en komt ze ooit terug?
dan voel ik mijn tranen,
en slik even vlug;
Ik vertel je dat mama
heel veel van jou houdt,
en dat ze van boven
jou in de gaten houdt;
En dat het heel mooi is,
daar waar mama komt
dan krijg je een glimlach,
een lach om je mond;
Soms wil je bij haar zijn,
daar waar zij nu is,
dan voel ik jouw hartje,
zo vol van gemis;
Och kleine, waarom toch
waarom toch zo vroeg?
is er dan geen lijden,
geen lijden genoeg?
Ik neem je in mijn armen
en troost je als je huilt,
want ik wil dat jij,
net als papa bij me schuilt;
Zoveel als ik kan wil ik er zijn,
maar nooit kan ik een mama,
jouw echte mama zijn...