Ik wacht op zon in de winter,
oases in Alaska,
regen in de woestijn,
water in een dal.
Ik wacht op perfectie.
Mijn appel mag nog niet geplukt worden van de boom der liefde.
Ik ben nog niet rijp.
Eenzaam als de nacht,
heb ik zolang op jouw aanwezigheid gewacht.
Nu ben je er, nu ja, dat dacht ik toch,
en je wil me niet.
Ik wacht weer op iemand die me op zijn witte paard meeneemt naar een land hier van vandaan, het land van tijdelijke vleugels, vlinders in je buik en romantiek.