de wind danst op de golven,
en de schelpen dromen zacht,
de sterren verblinden de wolken,
in de heetste midden-zomer-nacht,
het ruwe zand schuurt onze lijven,
maar net als liefde, niet te vangen,
terwijl de brandig kolkt tot ruwe schuim,
dampend op de rotsen van verlangen,
alleen het zout op m'n lippen,
laat me begrijpen dat ik je kuste,
als een toeschouwer van geluk,
neem ik ons waar van uit het onbewuste,
en ik ben gelukkig en voldaan,
wanneer de eerste zonnestralen dit moment staken,
want alleen de herinnering hieraan,
kan deze nacht nog mooier maken...