Achter het raam dichtbij de kachel
brei ik wollen wanten voor haar
snotterig en snipverkouden met een dikke sjaal
om mijn hals
Wat is het toch koud het ijs dringt
al langzaam binnen het huis
steeds luider en luider worden haar voetstappen
in de inmense lange gang
Vlakbij de kamer zonder deuren
glijdt een schaduw van oude soldaat
over het behang
Achter het raam bij de kachel
zie ik ijsbloemen en ontdooi mijn bevroren tenen
in een bak lauw water
Ach wat vriest het toch hard
de sloten en vijvers zijn al wekenlang bevroren
in de kille nacht zwerft een hondje eenzaam over
het land
Op zoek naar een plekje
om zich te beschermen tegen de inmense kou
Achter het raam bij de kachel
las ik je brief,letters van staal
die mijn hart gevangen namen
Zo kil en koud waren je woorden
een duivel op jacht,stapje voor stapje
verwijder ik me van jouw
Om in de hel waar we elkander
ooit weer zien je te confonteren
met die brief die je ooit eens
aan me schreef
| Auteur: wijnand. | ||
| Gecontroleerd door: christina | ||
| Gepubliceerd op: 14 juli 2003 | ||
| Thema's: | ||