Hun bladeren hoog opgetrokken,
richtend naar de enige zonnestraal.
Hun stengels vol van hoogmoed,
pronkend naar de enige zonnestraal
Ze hunkeren naar wat hen zogezegd machtig maakt.
Hopend op de overwinning.
Laten ieder in de schaduw staan.
Maar vergeten dat zij zijn:
Een dovenetel.