Eenzaam meisje!
Een schrale wind
trekt tochtend door het station.
De avondkou kruipt door m'n kleren
Ik huiver,
en duik weg in mijn jas,
zo diep als ik kan
Dan,
valt
m'n blik op haar...
Hoelang al
stond zij hier op dit perron?
Iets in haar gezicht verraadt me wat...
het is getekend door trekken van eenzaamheid
maar ook verdriet...
Had zij tevergeefs op iemand gewacht?
Een scherpe pijn waait van haar naar mij toe,
en ik mompel wat voor me heen
stralend naar dit verlaten, eenzaam schepsel
dat nĂș
langzaam uit het schrille stationslicht verdwijnt...
Thuisgekomen,
in de warmte van m'n huis,
heb ik lang over haar nagedacht
bij een glas wijn
tot laat... in de stilte van de nacht!