Mijn hand rust op mijn buik
Alsof ik je zo kan beschermen
Zo’n klein, teer wezentje
Waar ik me over wil ontfermen
Alles zou ik voor je doen
Zolang je maar in mijn buik bent
Ik geniet van dit moment
Van het gevoel dat zo snel went
Ik wieg zachtjes op de muziek
En vergeet even de tijd
Mijn gedachten verdwalen
Ik wil dit speciale gevoel niet kwijt
Maar ergens diep van binnen
Besef ik dat het toch niet goed is
Ik word door een naar gevoel overvallen
Ergens hoop ik dat ik me vergis
De arts is geruststellend
Met haar woorden die ze goed bedoelt
Ik neem een douche, laat mijn tranen gaan
Die met het water worden weggespoeld
Ik kan er maar niet aan wennen
Ik maak me zorgen, gaat het wel goed?
Raak ik je dan toch kwijt?
Is het toch wat ik vermoed?
Zoveel vragen maar geen antwoord
Het doet me zoveel pijn
Niet te weten waar ik aan toe ben
Zou het dan toch zo moeten zijn?
Ik wil er niet aan denken
Stop het voorgevoel ver weg
Omdat ik weet dat het steeds terugkomt
bij alles wat ik zeg
Ik kan niets doen, het niet tegenhouden
Het is alleen maar wachten
Tot alles achter de rug is
En de pijn langzaam kan verzachten
Ik heb nooit geweten, nooit beseft
dat het zoveel pijn doet als je hart breekt
het verdriet dat zo intens is
wat tot diep van binnen steekt
Het heeft geen zin te blijven malen
Een antwoordt is er niet
Ik moet verder, het een plekje geven
Zodat ik niet verdrink in mijn verdriet
Ik droog mijn tranen en zoek mijn lach
Ik laat het rusten en sluit het af
Koester de herinnering aan…
het kleine wonder, waar ik zoveel om gaf.