Ik had wel eens
met je willen praten,
jouw ogen lieten me
raden naar jou.
Misschien zou ik me als een dwaas aanstellen
en doen alsof alles nieuw is,
je zou schrikken van al mijn dolle verhalen
die je nooit meer zouden loslaten.
Ik had je wel eens willen aanraken,
maar dat ware veel te gedurfd,
dus doe ik maar alsof ik je nooit heb gezien
en dein verder als een boot
op de golven van het water
die me naar lager wal drijven.