Jij die alles tot rotting wegvreet
en alles in zaagsel achterlaat
en gehavende splinters
en assen uit de herinnering
en overal gaten in schroeit.
Jij sluwe gluipaard,
gevuld met dolheid en drift,
je boort jezelf in het leven
en duwt je steeds verder
naar de oorsprong
tot je dat bereikt
en het kapot bijt
tot tranen
tot schreeuwen van het verleden.
En je weet niet meer,
dan het stof dat je proeft,
doordat je de holheid
van je eigen leven
duwt in een ander.