Dag in dag uit.
Zonder kauwen,
-hap-,
-slik-,
-weg-.
Worm is zijn leven beu,
hoe kan zoiets nou gebeuren?
“De grond is niet meer zoals vroeger”,
hoort men hem constant zeuren.
Stikstof, fosfaat, ammoniak,
Worm vreet het met gemak.
-Hips-
Doordrongen van een fikse walm ammoniak,
doet zijn achterwerk duizelen.
-Hips-
“Die zandgronden van tegenwoordig zijn niet meer te vreten”,
laat hij hipsend weten.
Vel wringend door de bodem,
Geeft nog enige vorm van levenslust.
“Nergens kan ik nog lekker vreten,
Behalve bij de buren.
Maar het zal niet lang meer duren,
voordat ook deze sappige bodem gaat verzuren.”
Met open bek happend in’t zand,
Werd hij rond tienen gevonden.
Helemaal van streek,
En met spoed naar hoofd psychiatrie gezonden.
Waar dokters over zijn kopje bogen,
En onmiddellijk zijn lijfje werd uitgezogen.
Vanmorgen stond op de voorpagina van de krant;
“Rotzooi maakt Worm langzaam van kant”
Er moet écht iets gaan gebeuren,
want een depressie is nabij.
En aan allen die voorzichtig voorbij glibberen, roept hij:
“Ik schijt zowat zand in alle kleuren!”