ik fluister nog wat laatste letters
tussen mijn leeggeroofde lippen:
de maan neemt het van me over,
kracht heb ik al lang niet meer.
in haar licht zal ik bij je zijn. altijd,
als je dat wil ook in gedachten. dan
denk je maar, zo af en toe, aan mij
en hoe het was. hoe het had kunnen
zijn, maar niet mocht. hoe ik zocht
maar nooit heb gevonden. de rust,
ik had ze nodig, bij alles wat jij me
al gaf en vergaf. ik geef me nu, terug.
ik geef me nu. over. (wat er nog
overblijft, na alles wat ik kwijt
raakte. wat ik wegschonk zonder
glimlach of een lief gebaar)
laat je hand, vol met deze letters.
streel zo af en toe de woorden
in je hoofd, als je denkt
aan wat ik je nooit kon geven.