In Leuven bij m'n pa
Bedenkingen, ja.
Zeker vroeger.
En rommel,
let niet op die vaat.
Maar,
dat hout voor isolatie,
die kleuren, mooi,
doe 't zelf - reparaties.
Hij heeft het klaargespeeld.
En pochen met relaties,
zagen over mijn studies
dat moet er dan maar bij.
Hij is er toch niet vaak.
Al weg voor ik het weet.
Een briefje zonder boodschap,
niets om handen.
Echter wel watertanden.
Ik kleur m'n lijntjes in.
Misschien bel ik jou wel.
Je vind me in het park.
Tijdloos, afspraakloos.
Bellen? kan proberen
ben er toch niet.
Ik lees de boeken die m'n vader
me zo stellig afraadt.
Lach met de studies die hij me
dan weer zo stellig aanpraat.
('Wie ik? Een advokaat?
Je kent me toch niet hoor.')
Best jammer is dat.
En wederzijds.
Spijt? ik niet.
Al evenmin verdriet.
Maar als het opnieuw kon?
Weer 1996?
En weer die zondagen in rouw?
Ik denk niet dat het ooit anders zou zijn.
En daarom deed ik net je afwas.
Ik weet, het is een berg.
Je vraagt dat zelfs niet (meer).
En daarom doe ik het thuis niet.
Daar is er een kuisvrouw.
Ze noemt zich m'n moeder
en ze is goed.
Maar niet nu.
Want met haar heb ik amper.
En jij bent nog blij
als we gaan stappen, Leuven rond.
Net niet als in de film,
maar het kon.
Jij praat en ik denk na.
Je zegt me dingen die nog konden wachten,
uit onkunde,
uit foute opvoeding.
Je zegt me meer hoor, reken maar.
Ik ben een oor en jij bent ook best dankbaar.
Als het aan mij ligt wordt ook weer vanavond
een vriendschap voor de toekomst stil bedacht.
(Al zou ik dat nooit zo vol pathos doen)
Doen?