Ik vind je niet meer weer
in de woorden waarmee ik je vroeger beschreef.
Nochthans zijn we nauwelijks veranderd.
De wereld die je nooit betrad,
staat er nog steeds.
Net zoals ik, die hem aan jou gaf.
Je koos voor iets anders,
al was het voor ons beiden hard.
Je leeft nu in je eigen wereld.
Maar ik leef nog steeds in de onze,
en ik wacht.
Want ik denk niet dat er een betere bestaat.
Je voelt me niet meer aan,
of je schermt je opzettelijk
van jouw gevoelens voor mij af.
Elke keer je in aanraking komt met mijn naam
verander je in iemand die niets meer verwacht.
Je gaat door, onverstoord.
Ik blijf achter,
verlangend naar een antwoord dat me ontroerd.
De reden stelt niks voor.