elke dag
ik staar naar ‘t zonnig straaltje licht
dat schijnt, en traag van ’t blad verdwijnt,
zo klaar en helder als ’t gedicht
dat lijn per lijn in klad verschijnt.
ik droom de laatste zomerdag
en leef die in gedachten,
zo dankbaar dat ik dromen mag
en dromen mag verwachten.
ik sluit mijn ogen, schoonheid klinkt,
en hoor de bijen zoemen, zacht
geluid, vervlogen met de wind,
en door de weide bloemenpracht.
dat nadert als de wind zich draait,
een kind dat hart’lijk lacht,
een vader die het gras afmaait,
of die dat hardop dacht.
de geur van ’t vers gesnoeide hout,
van ongeplukte bloemen,
de kleur, te vele tinten blauw
om stuk voor stuk te noemen.
Ik leef ten volle deze dag,
bewaar die in gedachten,
zo dankbaar dat ik leven mag
en leven mag verwachten.
-voor mijn mama-