De pees die aan het bot vastzat
verkrampte,verlamde alsof het
door de hitte verrast was
Het been verloor houvast de straat
werd een ijsbaan,glijbaan maar de
ellende begon pas
De vrouw die zo-even nog
kuierde,tuimelde met haar hoofd op de
stenen en weende
Het bloed dat vrijheid verkoos
boven aders,verraders droop naar
buiten vanuit haar benen
De mop met zijn draden
kletterde,spetterde langzaam
de straten weer schoon
Het zonnetje fel aan de hemel
bescheen het gewemel van mensen
vlakbij waar ik woon
Een man en zijn hond
marcheren,passeren
resten van vlekken
de tram raast voorbij
Auteur: Han Sterk | ||
Gecontroleerd door: christina | ||
Gepubliceerd op: 08 september 2003 | ||
Thema's: |