De trein raast voorbij.
Al de herinneringen komen terug.
Ik zie je staan.
Je bent zo ver weg.
En je zal nog verder weggaan.
Daar de volgende trein.
Wat doe ik hier eigenlijk?
Wie/ wat brengt me hierheen?
Ik wil hier niet zijn!
Te veel herinneringen, te veel jij!
Ik ga over de brug,
Moeilijke bocht!
Ik zie je niet meer.
Je bent uit m’n gedachten.
Maar niet voor altijd.
Ik kom terug!!
En jij zal er zijn voor mij.
Dan zullen we lachen,
En voor altijd vrienden blijven,
wat er ook gebeurd!