Ochtendstond heeft goud in de mond
Breek me de bek niet open
Het enige dat mij van de morgen rest
Is op een betere middag te hopen
Als souterrainbewoner van de menselijkheid
Schuilt mijn uitzicht onder de rokken der middelmaat
Daar wordt eens te meer pijnlijk onthuld waarom
niet voor de schemering mijn wekker gaat
daarom schrijf ik mij vast in
voor een midlifecrisis naar wens
uit alle alternatieven valt de keuze
op de cabrio, de jonge snol en de dikke pens
wellicht is mijn lijst veel te hoog gegrepen
en is slechts het cabriokapsel mijn bekomst
alleen te ontsnappen door een niveau hoger
maar wel stiekem want eerlijk duurt het domst
dan schurkend tegen de zolen van de burgerman
lift ik als verstekeling een eindje mee
om op de hoek zijn leven te verguizen
Schemer… wekker…wakker…shit…oh nee…