straten waar licht door zweeft
zich tegen de gevels neerlegt
en de blikken langs de kanten
zijn er niet ijzig maar aanvaardend
auto's razen er ook de gassen
uit hun longen, maar er zijn
die momenten van pure kalmte
wanneer de beheerste wind
als muziek mijn poriën betreedt
vogels planten zich op halzen
van knusse lanaarnpaals
en spreiden hun kleine oortjes
die onverzadigbare sponsen zijn
als de emmer van mijn gevoelens
zijn randen weer overtreft
in dit dorpje slaap ik bijna
elke nacht, een warm stroompje
kabbelt er liefde de tijdrest in