Zwijgend sta ik daar
rusteloos, opgelicht zonder een enkel gebaar
terwijl licht zijn intrede neemt
voel ik me dichtbij je en tergelijker tijd van je vervreemd
Terwijl ik daar zo sta vormen zich kleine dauwdruppeltjes op mijn jas
dringt het langzaam door hoe zeer je bij mij past
even staar ik je aan
besef ik , ik wil je nooit meer laten gaan
Op een bepaalde manier beangstigend hoe zeer je mij kent
kijk je even aan, en vraag me af wat je denkt
Twijfelend zet ik een kleine stap vooruit zodat ik met iedere stap de afstand verder over brug
al snel je warme handen op mijn rug
je neus in mijn haren een geluk dat me overspoeld
steeds meer beseffend wat er met ware liefde word bedoeld.