Een poosje geleden.
Een tijdje terug.
Zat ik met mijn gedachten in het verleden
en mijn handen op mijn rug.
Mijn ogen opgeheven,
mijn blik nederig.
Vragend om hulp
aan genade overgeleverd.
Wachtend op mijn reddende engel
zat ik daar.
Denkend aan het heden
mijn handen ondersteunen mijn gedachten.