Een Zus!
Van kind af aan hield ze al
een hand boven je hoofd.
Dat was haar liefde voor jou,
dat heeft ze je belooft.
Vol trots en vertrouwen was zij jou
lieve kleine moeder.
Ze nam je overal mee naar toe,
ze was je levenshoeder.
Als kind had je veel verdriet,
ze hielp je altijd terug op de been.
Door haar liefde vergat je alles,
ze liet je nooit alleen.
Tot op het moment dat ze groter werd,
je moest ze laten gaan.
Je had van haar geleerd op eigen
kracht en benen te staan.
Soms had je haar hard nodig
meer dan iemand ooit.
Maar je hart zei nee, het leek wel
of het was gekooid.
Jaren gleden met ellende
en verdriet voorbij.
Tot op een trieste dag maakte
je ze toch weer blij.
Hij bracht je deze keer niet
een vrolijk bericht.
Je zag het meteen aan zijn
droevig gezicht.
Haar kleine broertje, altijd al
haar grote toeverlaat.
Kwam bij haar weer uithuilen,
dat deed hen beiden baat.
Hij voelde weer die vertrouwde
warme moedergloed.
Wat hij zo lang al moest missen,
ja het deed hem goed.
Haar liefde voor hem heeft altijd blijven bestaan,
ook al deed het wel eens pijn,
Samen zullen ze voorzichtig de stukjes lijmen,
van die mooie vaas van porselein.
Zodat hij weer vol glorie zal kunnen blinken,
geef elkander dan een dikke kus,
Zodat we het van de daken kunnen schreeuwen:
wij zijn broer en zus.
Ik geef je nu een kus want jij blijft toch:
Mijn Zus XXX