Grauwe wolken,
wild geruis.
Knetterende bladeren,
storm in huis.
Verdwaalde blikken,
vreemd gezicht.
Koppeltje in de zetel,
lichaam getroffen door yicht.
Rimpels als kloven
in een blik.
Mondhoeken naar onder,
lachen zonder kick.
Geen besef meer,
van tijd op gevoel.
Geen gelach meer,
blikken even koel.
Zaterdagochtend,
geen wind meer.
Stille blaadjes,
een zetel vol zeer.