Zachtjes sluip ik de deur uit,
bij het slaan van de klok.
Zoekend naar iets om me te verdedigen,
misschien iets van een stok.
De klok slaat de laatste klanken,
en de twaalfde weerklinkt nog in de gang.
Het is ontzettend donker,
en het kraken maakte me zo bang.
Van de krakende geluiden,
die daarvoor nog op de gang weerklonken.
Zijn plotseling verdwenen,
en lijken nu in de muren te zijn verzonken.
Op verzoek het vervolg,
Blijf lezen voor meer vervolgen.