Want ik ben ik én jij
Zie ik niets meer
dan enkel nog gewoon
een alledaags wonder
En dit van dag tot dag
Geen enkel uiterlijk vertoon
en niets dat moet
Alles dat doodgewoon maar mag
Jij leeft en proeft
En zonder regels, uur na uur
volg jij maar steeds
je eigen aard, natuur
En ik weet reeds:
niets hoeft
Een kaars brandt met de lont
waar goud leeft in de mond
van ochtenstond
En voor de warmte is de wind
die steeds een nieuw verhaal vertelt
En elke windstreek is zijn vriend
(Maar daarom niet de mijne)
Als kou de sterren staalt
en pijn het hart nu ranselt
leeft immer nog die droom in mij
die nimmer wordt verkwanseld
Want ik ben ik én jij.
**********
sunset 25-09-2003
**********