Delvend het graf,
waarin zich twee lippen bevinden.
Twee lippen die ooit eens lachten,
of over dingen zich zo op konden winden.
Delvend het graf,
van een persoon die ooit eens lachte.
Waarvan de glimlach eindeloos leek,
en niemand ooit een traan verwachtte.
Delvend het graf,
waarin iets waardevol begraven wordt.
Niet meer omkijkend,
voordat er aarde op wordt gestort.
Delvend het graf,
waarin ik weer een stukje van mezelf heb begraven.