Het is hem dat ik in jou herken
Jij lijkt zo hard op hem
Je ogen, je neus en je mond
En nog allemaal dingen die ik zo leuk aan hem vond
Jij bent wel het mooiste wat bestaat
En hoewel ik jou allicht koud laat
Ben jij toch bijzonder
Bijna een wonder
Zo zou ik het kunnen stellen.
Dat wil ik aan iedereen vertellen
Door jou krijg ik het warm, tot in het diepste van mijn ziel
Alles tolt rond, rond, rond als een wiel
Ik ben zo in de wolken, hopeloos
Mijn zin voor realiteit lijkt spoorloos
Maar één vraag spookt rond:
Ben ik nu verliefd of is het alleen “hem dat ik in jou terugvond”?