Ik ben beloofd een lief met gouden mond,
Ik ben beloofd een zinvol sterven.
Het gebroken glas ligt op de grond,
Mijn gezicht weerspiegelt zich in de scherven.
En ieder gezicht dat me aankijkt is het mijne,
En ieder gezicht dat ik zie, ben ik niet.
Een gebroken spiegel is niet meer te lijmen,
En ik? Ik ben slechts gelijmd verdriet.