aan mijn das, mijn shawl, mijn doek die wappert hangt een vleugje jou
en jij, jij wappert mee, als das, shawl of doek, die wappert met een
vleugje mij

ben een boek, ik knisper, de bladzijde die zich voorleest, met jouw stem
en jij een boek, je knispert, jouw bladzijdes die zich voorlezen met
mijn stem

in mijn hand een tas, prei een zak aardappelen, vissticks, motorolie

zie je staan, als een huis, warme gloed straalt van je af, ik zing
ga staan naast een huis, van de zon de warme gloed, zing
jij me toe

hou van mijn jas, die jij gisteren droeg, met jouw haren jouw geur,
dus is het jouw jas, die ik vandaag draag, mijn haren, mijn geur
onze liefde

de hand laat los, de tas op het aanrecht, stoofschotel de oven in

liefde moet worden gevoed