Een traan rolt over m'n wang.
Een traan van pijn.
Pijn van die zware hand die me kwetste.
Die zware hand staat klaar en duidelijk in m'n wang gegrifd.
Hij zal weer trots zijn op zichzelf
die man die ik "pa" zou moeten noemen.
Gekwetst haal ik m'n hand tot op de hoogte van mijn wang.
Daar, en daar!
Ik sla mezelf. Zonder reden, ik weet niet waarom.
Diep in m'n binnenste vraag ik me af:
Zou hij NU trots zijn?
Trots op MIJ?
Trots, dat ik zijn voorbeeld volg...