Ergens, diep in mij,
verstrooide snippers van wat ik ooit was,
ze jammeren,
jammerend om wat is en zal komen...
medelijden hebbend met mijn blindheid.
Toch zitten ze me dwars, die scherven,
gewetensvragen zitten me dwars...
maar wat heb je aan geweten als je jezelf niet bent?
Ver weg ervan voelen terwijl je er met je neus op zit..
Nachten wakker gelegen van de gevechten met mezelf,
schrikken van de helderheid die je opeens beneemt...
Afkeer krijgen tegen waar ik mee bezig was te bereiken.
Zo ver weg staan van waar je echt gelukkig van wordt,
zonder dat je er besef van hebt, dat is pas echt eng.
afvragen hoe je zo hebt kunnen afdrijven,
afstoten wat je het dierbaarst is,
Hier mijn drijvend verlangen tot het wederzien,
Zodat ik je weer kan waarderen om wie je bent.
Het wederzien van mijn verstoten scherven.
Hopen dat ze me nog terugnemen...