De zon schijnt,
na vele dagen van regen.
Koesterend in het licht,
geniet ik van de warmte.
Even omringt het zelfs mijn hart,
en verdrijft de koude.
De koude daar gebracht,
door vele harde woorden.
De schaduwzijde van de liefde,
na veel pijn en leed is het daar geboren.
Ja, ik kon het niet geloven,
ik vrolijk en spontaan,
door ieder een warm hart toegedaan.
Werd hier door overmeesterd,
het verzet komt vaak nog boven,
en ik wilde het niet geloven,
maar de wolken kwamen voor de zon.
Het is daar waar de schaduwzijde begon,
maar eens komt mijn kracht weer boven,
en vecht ik als geen ander mijn vrijheid tegemoet.
En laat mij niet meer kwetsen want,
gewapend met mijn schild en speer,
verdeig ik met glans en eer,
mijn recht te zijn wie ik ben.
Weer vrolijk en spontaan,
zal ik voortaan verder gaan.