Mijn straat ligt met bladeren
bezaaid, verrot, half verrot,
de meest verse zijn van goud,
elk blad is anders van kleur.
Tussen de donkere stronken
wachten nog honderden op
een zachte landing. Het oude
tot volle bloei gekomen daalt
neder om te verrotten. Temidden
van het rotte en de lange nacht
is het nieuwe reeds begonnen.
Een vogel streelde mijn oren...
16 november 1997