Ik weet nog hoe ik jou toen zag,
in dat tuinpak met die lach.
we hadden het beide niet altijd makkelijk gehad,
en de wereld om ons heen vergat:
dat wij nog maar kinderen waren,
zo jong en nog zo onervaren.
Zo werden we veel te snel al wijs gemaakt
en zijn toen van de wijs geraakt.
Maar wij begrepen elkaar,
zij hield van mij en ik van haar.
En altijd was er weer die vonk
of een stemmetje dat klonk:
Is dit het meisje van mijn dromen?
En zal het er een keer van komen?
Ik heb haar toen mijn hart gegeven
en beleefde de mooiste dag van mij leven.
Maar we wisten het is maar voor een dag,
omdat ik haar hierna niet meer zag.
Ik denk nog steeds heel vaak aan haar,
wij zijn gemaakt voor elkaar.
En nooit voelde ik die liefde meer,
gebroken relaties keer op keer.
Want heeft mijn hart toen meegenomen,
zal die dag nou ooit nog komen?