Voor zover een dichter iets van het leven begrijpt
snap ik niks van wat ik zie
Er gaan voorwerpen door de ruimte
die plaatjes projecteren; water land
Te midden van miljarden
kan je niks anders dan eenzaam zijn met
bekrompen geest. Kennisloos komt geen buitenland
je dichter, prevelende in de wind vervlogen psalm
Voor zover een dichter midden in het leven staat
val ik er met beide benen buiten
Buiten is als breekbaar glas, binnen roest ik weg: oud ijzer
Zonder mening ben ik bevangen door
erosie-angst. Dat ik aan het afbrokkelen ben, ruine
Breekt het uur me af, bouwt het op tot nieuwe dag
mag ik alleen zijn met mijn rimpels?
Voor zover een dichter stil zit ben ik een en al rumoer
Onrustig trillend; Parkinson's beste volgeling
Wat ik toevoeg: onvolkomenheden
van een man zonder doel, als losse flodder loop ik maar wat rond
leef ik maar wat raak, breek ik hier en daar een hart
of honderd. Drink ik maar wat liters, zoek ik eindeloos
de verharde weg naar de stad vol besluiten en wetten
voor zover een dichter zich daar aan houden zou
Auteur: Han Sterk | ||
Gecontroleerd door: Firebolt | ||
Gepubliceerd op: 25 november 2003 | ||
Thema's: |