Paterspij vanonder de motteballen,
lederen zotskap opgezet,
bloeddruppels uitzweten,
in zak en as,
een warm gevoel bedelen,
als straf word je dat ontzegd,
een geschopt dier onwaardig,
monddood vernederd tot pimpel,
in lengte van dagen
moet je als mens veel verdragen,
een zonnestraal brengt je op de been,
schouders om op te schreeuwen,
gouden krans van geluk,
met doornen die steken,
brandende pijn in lijf en leden,
vlijmscherpe zwaarden trotseren
levensgevaarlijke priemen
in valkuilen van verlangen,
uit gesmolten ijzer, staal smeden
tot je moegemokerd, titaniumhard,
pijnloos jezelf mag zijn.