Warmte behoefden
een sax klinkt zacht
tussen berk en iep
open ik de gordijnen van de verdwaalde nacht
Een tuin met een rozenhaag
versierd met mooie stenen
de zee, een wandeling op de boulevard
die zoenen lag op een mond die warmte
gaf aan een koude winterdag
Een plaatje was ze
van winterserust
waarop viool en brief lag
Morgen wanneer ik naam
schrijf in het zand
knip ik de getrokken streep
op het land in twee