Ik wou dat ik met jou,
kon wandelen in de bossen,
we zouden er genieten,
van het mooie groen
en het fluiten van de vogels.
En als je dan te moe werd
dan zou ik je wel dragen,
want wat is er mooier
dan hier met jou
de stilte te ervaren.
Ik wou dat ik met jou
kon wandelen aan het water.
Het zou jou doen vergeten,
je pijn en je zorgen om later.
En als je dan te moe werd,
dan zou ik je zeker dragen,
want ik kan je niet missen
mijn lieve vriendin,
niet nu, maar ook niet later.
Ik wou dat ik met jou
kon wandelen op de wolken.
Daar is alles zo licht en zo stil,
daar hoefde ik je zelfs
niet eens te dragen.
Daar kon ik misschien
samen met jou verwachten,
dat de Heer je pijn kon verzachten.