Van Geerts missie was niets meer overgebleven
nadat tie in zijn begin jaren er niets van wist maar
ontegenzeglijk eraan uitbesteedt was, kwam hij na
besef te ontwikkelen alsnel tot de conclusie dat er
een totale zinloosheid van uitging. Hij besloot alsnel
die drang te verlaten, het ging hem moeilijk af er niet
aan toe te blijven geven, maar op den duur had hij het
ervan weglopen verheven tot een nieuw gegeven.
Inherent hieraan was het vreten van binnen.
Maar Geert kon daar wel mee leven; hij vondt het
beter jezelf op te vreten dan het anderen te laten doen.
En hij wist dat als het ooit duidelijk en echt nodig
mocht zijn hij er wel een uitzondering voor zou maken,
met ontegenzeglijke graagte zelfst, met een lust gevoel
van eindelijk hervinden.
Hij dacht daar weleens aan vooruit; aan dit hervinden.
Geert kwam echter niet zo dichtbij meer bij die situaties
van die mensen die er om zouden kunnen vragen.
Wel zag hij nog dikwijls dingen daaromtrend op televisie,
hoorde hij dikwijls verhalen errond op zijn werk, las hij het
vaak in de ogen van de tijdgeest. Althans tijdgeest; dat
zeiden mensen, mensen die niet wisten dat het altijd eender
bleef, blijft, blijven zal.
Onbewust creeërde Geert ook schijnwerelden die eraan
te relateren vielen. Zo had Geert zich laatst drie jaar begeven
in het heelal waar op planeten en schepen wezens van
allerlei aard omzwierven omwille te roven en te heersen.
Geert groeide daar uit tot een goede ridder. Maar kon zich
uiteindelijk niet handhaven tussen de de gedragscode
schoppende wilden.
Loop ik door de steeg langs de parkeerplaats
schreeuwt daar een kleine brede
zie ik hem zijn vriendin de auto induwen
die zich weer vrij vecht en weg wil lopen
...'godverdomme teef, in de auto, hou je bek'
...slaat tie haar ook en wordt ze stiller
...probeer ik door te lopen maar loop dan toch terug
...'hmm' en 'Hee man, komop doe eens rustigaan'
...Draait tie zich naar mij 'wat moet jij nou man?!'
...trekt tie alweer door het verstilde meisje
...'Hee, stop daar mee, anders...man stop daarmee'
...komt tie naar me toe en rent ze gelukkig weg
...Twee Ieren hebben alles gezien en staan nu langs mij
...zij hebben ook besloten dat dit niet kan
...probeerd tie mij te slaan en als die de Ieren besefd
...loopt tie naar zijn kofferbak en pakt een loopkruk
...mept dreigend met de loopkruk om zich heen
...slaat een Ier ermee en het ding breekt op diens rug
...van gedachten veranderd rent tie dan zijn vriendin na
...pakt die ene Ier de gebroken kruk en slaat de achter ruit stuk
...staan we daar gedrieen, 'tsja' dan lopen we maar weg
...zijn die Ieren al een weg ingeslaan
...komt daar een auto aanrijden
...stopt langs me en stappen hij en vriendin uit '??'
...'godverdegodver mijn ruit, gore vieze klootzak'
...'oh, man dat was niet ik dat was die Ier die je sloeg'
...dat pakte die niet en hij stapte weer in 'ik rij je kapot'
...'??' 'oops ik sta voor een muur...overzicht nu, overzicht...ok'
...rijdt tie zijn auto richting mij 'pok' tegen de muur
...komt tie weer stap ik weer weg loop ik snel richting kroeg
...stapt tie uit en graait in de kofferbak
...vindt tie een jerriekan '?? benzine?' rent tie me na
...'Ik steek je in de fik, ik steek je in de fik'
...'oopsy, shit ik ben al nat' graait tie naar een aansteker
...'oh mij god...' hardslagen duizend nu ineens
...houdt tie mij gelukkig niet bij
...(ook zijn vriendin stond op een moment nu langs me
...zij schreeuwde wel erg hoog en had erg lange nagels
...ik voelde ze in mijn nek onderwijl ze mijn haren uittrekt)
...weer naar de kofferbak dan maar pakt tie iets wat ik niet herken
...'ik schiet je neer man, ik schiet je neer'
...ik verberg me achter een struik hoor ik een meid gillen
...oh er zijn nog meer mensen, stopt tie dat weer weg
...komen er allerlei mensen
...'wat is hier gebeurd?'
...Druipt ti af, loop ik door
...richting mijn fietsje
...en fiets langzaam de avond uit.
in het heelal waar op planeten en schepen wezens van
allerlei aard omzwierven omwille te roven en te heersen.
Ach, voorvallen zijn er zo wel tien te noemen, allen op te
stapelen tot een berg die je aan de kant kunt schuiven.
Geert had jarenlang gedichtjes geschreven, zo van zijn
veertiende tot zijn zevenentwintigste. Ondanks dat hij
daar jaren uren een goed gevoel aan had, viel het hem
uiteindelijk tezeer tegen telkens bij dezelfde dingen uit
te komen om nog langer geestdriftig daarin verder te gaan.
Dat het hem na tijden telkens tegenstond steeds op
dezelfde dingen uit te komen, dat speelde vaker in zijn
leven. Bij kinderen was het meestal wel goed toeven,
en bij vrouwen ook, maar ook die laten van zich horen
op de duur, en als grote regelaar die niets meer wilde regelen
kon hij dat dan niet meer aan, of zien en ging dan weg.
Tegenwoordig had hij het zover dat na een culminatie
aan vluchten er een vreedzame wereld was overgebleven,
althans in zijn directe omgeving; zijn werk en zijn
thuis situatie. Vreedzaam; ja......Hij was een museum waar
oude dingen in bewaard werden voor het nageslacht,
tentoongesteld, voor de jeugdigen en geinteresseerden,
om te zien om van te proeven maar niet om aan te raken:
Vitrine niet openen, lijn niet overschrijden, objecten niet
betasten. Zo nu en dan kwam er iemand binnen die zo
geinteresseerd was dat hij besloot deze wat meer vrijheid
te geven. Dat liep vaak op telleurstelling uit; ravage, en
moest hij het museum enkele weken sluiten voor restauratie.
Maar snachts zweefden er Engelen door het museum.
'snachts ging er een vibratie van levendigheid branden
doorheen het donker.
Kwam er een bedrijvigheid in de gangen en zalen,
die een vreugdevolle gloed naliet.
Wezens met grote ogen die omzagen vol vertedering.
Wezens met handen zo voorzichtig dat ze zelfst het teerste
konden tasten.
Maar als Geert dan opgetogen de deur open deed, en vlug
de lamp aan......dan was het toch zo stil.
Dan werd het ook licht al buiten en kwamen er andere
bedrijvigheden in de weer...Dan zou Geert aan het werk gaan
en beeldjes maken van hoe hij zich voorstelde dat die
Engelen eruit zagen, en ze bevroeden zo nu en dan, in een
verte die nooit dichterbij nog kwam.
Laatst vermoedde Geert dat er één van hen bij hem op de
werkplek werkte, of dat wel kon dat wist hij niet, maar
het gevoelde hem telkens zo aan alsof er diezelfde opgetogenheid
was als hij die persoon tegen kwam.
Zij kon goed en wel best een Engel zijn, ja...telkens
wanneer hij dichterbij kwam verdween zij net zo plots.
Geert had besloten een ingenieuze geheime ingang aan te leggen,
hij was er nu strikt in het geheim uitermate ijverig mee in de weer.
(wvv)
15'12'03
jolanda vonk: | Maandag, december 15, 2003 18:02 |
Spannend, gaat Geert graven? |
|
Oorlam: | Maandag, december 15, 2003 16:23 |
! als geert hulp nodig heeft met hakken hoor ik het wel, wordt vervolgd gelezen! |
|
Auteur: theike | ||
Gecontroleerd door: Sheena | ||
Gepubliceerd op: 15 december 2003 | ||
Thema's: |