Niet toegestaan je aan te raken
Met m’n lippen over je huid te waken
Onweerstaanbare drang te weten hoe je zou smaken
In de tuin van Eden slist de slang haar sluwe taal
M’n wil gaat dwalen, bedwelmd door haar verhaal
Venijnig gift sluipt door mijn aderen
Verboden vrucht, onmogelijk je te benaderen
Niet toegestaan dichtbij te komen
Doch niemand berooft me van m’n dromen
Reikende handen die enkel ijle lucht vast hebben genomen
In een wurgende greep houdt het serpent me gevangen
M’n weerstand verzwakt, verstikkend verlangen
Voel hoe de adem uit mijn lijf wordt gerukt
Verboden vrucht, door mij nooit geplukt