Doorheen de jaren geweven
Wordt ons het herfstkleed gegeven
Waarbij onze de stearine daalt
Zodat de katoendraad even maalt
Als er angst heerst dat het kaarslicht faalt
En nochtans is het een zegen
oud en lang te mogen leven
Alsof er nu een engel neerdaalt
Die opeens het verleden verschraalt
Als een weg die de toekomst bepaald
Ik voel mij ietwat verlegen
Voor hen die gunst niet verkregen
En nooit de herfst eens hebben behaald
Waar nu ook voor mij het kaarslicht straalt
Terwijl ook hun pensioen werd betaald
Zo ligt de herfst mij genegen
omdat bij zon of bij regen
Nooit één enkel licht zo heeft gestraald
Als deze kaars op die dennennaald
Waar de overleving nooit werd vertaald