vingers dansen het zwartwit klavier
van de vleugel fluweel zacht ware het safier
zo hard en ingetogen hamerend als
het smeden in de smidse gloeiend vuur
zo zacht als zijde dat zich spint tot
een lied waar wordt bemind en vloeken rollen
in dissonanten die komen tot akkoorden
waarin zien van weten komt tot horen