Ik ben klein en onbetekend,
vastgelopen in de enorme uitgestrektheid van de natuur;
ik hoop dat ik zal overleven.
Ik kan meer doen dan alleen maar overleven;
ik kan de rivaliteit aangaan en beter in mijn behoeften voorzien.
Ik voel van binnen vrede;
mijn innerlijke wereld begint mij meer bevrediging te geven
dan uiterlijke dingen.
Ik ben onafhankelijk;
de dingen gaan niet altijd zoals ik zou willen,
maar dat brengt mij niet meer van mijn stuk.
Ik heb ontdekt hoe ik mijn begeerten van binnenuit kan
manifesteren;
mijn innerlijke wereld blijkt machtig te zijn.
Ik bevind mij in het middelpunt van een onmetelijk plan van
macht en intelligentie dat uitgaat van God.
Ik ben.
*
Litanja
15-03-00