Een tunnel lang en leeg.
In de verte schijnt een licht.
Een auto rijdt voorbij.
Hij is zo weer uit het zicht.
In de auto zitten mensen.
Maar gezichten zijn er niet.
Mensen die rijden zonder doel.
Ze kennen geen geluk, ze kennen geen verdriet.
In de verte klinkt een knal.
De uitgang valt plots dicht.
Dan is het enkel donker.
Nergens is nog licht.
Sirenes klinken op een afstand.
Mensen vechten voor hun leven.
Een gil galmt door de tunnel.
De aarde onder je begint te beven.
Plots is daar weer het licht.
Je weet weer waar naartoe.
De tunnel gaat weer open.
Je benen worden moe.
Langzaam kruip je naar het licht.
Het eind komt dichterbij.
Daar is ook die auto.
Hij staat nu op z`n zij.
Alle mensen zijn verdwenen.
Alsof er niets is gebeurd.
Daar ligt een wereld voor je open.
Een wereld vol met licht, een wereld vol met kleur.